Luidsprekers 22RH497

Aangekocht in september 2010 in Geel/B voor de te gekke prijs van 20,-- euro. Volgens de vorige eigenaar waren de boxen altijd in gebruik geweest voor background-muziek in een elektrozaak. Ze vertoonden zo goed als geen gebruikssporen buiten wat plakselresten van de vilten voetjes op de zijkanten. Deze konden met een krabmes gemakkelijk en zonder littekens verwijderd worden. 

Het isolatiemateriaal heb ik verbeterd met noppenschuin rondom de binnenkant van de boxen.

De oorspronkelijke isolatie (glaswol) heb ik met 50% gereduceerd. De box was voorzien van een dubbele laag glaswol. Dit leverde, samen met het noppenschuim, een te grote volume-vermindering, wat de uitslag van de wooferconus teveel intoomde. De lage tonen waren duidelijk hoorbaar "gesmoord" en "wolliger".

De dichtingsstrip tussen de achterkant van de wooferkorf en de baffle heb ik vervangen. Hij was na 40 jaar finaal verpulverd... Dit heb ik verholpen met eenzijdig klevende schuimrubberen afdichtingstape (weer goed voor +- 8 jaar!).

 Ik ontdekte een eigenaardigheid: Tussen het frontpaneel en de tweeterranden zaten in elke kast 2 noppen glaswol!? (Weer een Philips raadsel.) Als iemand daarvoor een sluitende verklaring kan geven zal ik hem dankbaar zijn. Dit was zeker geen accidentje, want beide boxen vertoonden dezelfde rariteit. Had men   hier een primitieve en goedkope bassreflexpoort willen creëren om een sub-woofereffect te bekomen? 

Ook deze rommel heb ik eruit gegooid en de randen van de tweeters heb ik eveneens bekleed met afdichtingstape.

Voilà, kastje potdicht, zoals het hoort! De dichting tussen de afdekkap van de squakers AD5060/W8 was compleet verdwenen. Die heb ik ook vervangen. 

De boxen speelden tijdens de eerste test afzonderlijk beter dan samen (!?). Hoofszakelijk de lage tonen lieten erg te wensen over. Na wat gis- en miswerk en wat 'boerenlogica' werd duidelijk dat een fase-probleem de oorzaak was. De aansluitsnoeren waren van de oorspronkelijke 10 meter teruggebracht naar 2 meter zonder rekening te houden met de polariteit.
Na enig knip- en soldeerwerk was dit domme euvel verholpen en kwam er in stereo een veel rijker lagetonen-spectrum boven water.

 Een opluchting! De degelijke 'alnico' woofers AD1055/W8 produceren prima het geluid dat je zou verwachten: gevoelig, robuust, soepel, gedempt en gedistingeerd, absoluut zonder 'boemerigheid'.

Philips

Deze 10 inch woofer AD1055W8  is de kleinere versie van de 12 inch AD1265/W8 uit de 22RH499-box.

De conus van de AD1055/W8 is van papier en heeft een degelijke rubberen ophanging.

Deze luidspreker mag worden belast tot 40 Watt in een gesloten 35 liter box.

De resonantiefrequentie is 24 Hz (niet ingebouwd), de frequentiecurve loopt door tot 1000 Hz.

Deze fraaie 10 inch woofer stamt uit 1968 en presteerde beter dan de 'Bombardon'.

De "497"  heeft een identieke tweeter en dezelfde squaker aan boord als sommige '22RH499's uit dezelfde periode. 'Sommige', omdat een reeks 499's werd uitgerust met de /W (woofer uitvoering) en soms met de /SQ (squaker) -uitvoering als midtoners.

De "499" heeft 4 dome tweeters en 4 sq's of w's van 4 Ohm aan boord, telkens 2 aan 2 in serie gekoppeld om een weerstand van 8 Ohm te bekomen) samen met zijn 30 cm woofer AD1256/W8 met een polystyreen-conus en met een rubberen rand. De 4 boxen van het type "22RH499" die ik in huis heb zijn alle uitgerust met midtoners van het W-type.

De '497' doet zijn grote broer, de '499', alle eer aan en hij is er duidelijk familie van.

De diameter van de woofer van de '497' is 2 inch kleiner dan die van de AD1265/W8 uit de '499'-box, maar 't is een pracht van een luidspreker met een diepe conus en met een dijk van een 'alnico' magneet! En last but not least: voor de randen werd ook rubber gebruikt, geen minderwaardig schuim dat na 20 jaar verkruimeld op de bodem van de box ligt, als j'er überhaupt nog wat van terugvindt...

Mijn "497's" zijn aangesloten op kanaal B van een 22AH578 (zie de betreffende pagina en op  de pagina 'INSTALLATIESCHEMA'.

Ik heb bij de onderhoudsbeurt zo weinig mogelijk gewijzigd aan het concept van de '497's om de authenticiteit van de kasten te behouden. Het "karakter" van de box wil ik respecteren. Indien je steviger wanden wil, gooi je de kasten beter bij het afval en kies je resoluut voor nieuwbouw. In dat geval ben je zeker verplicht je strikt te houden aan het vereiste binnenvolume van de kast. Het concept van de AD1055/W8 laat hier zeker geen enkele speling toe!! Als de conus teveel bewegingsruimte krijgt, zal hij geheid gaan 'klapperen' en uiteindelijk sneuvelen!!

De '497' is een prima kast voor background- tot nog duidelijk aanwezige voorgrondmuziek met het zo typische "presence-effect" van de periode '70, ook wel eens het "Philips geluid" genoemd. Het laag is duidelijk aanwezig, zonder "hol of boemerig" te klinken tot 25 Hz en hij zwakt daaronder vlug af. De woofer wordt dan progressief minder hoorbaar. (getest met wavegenerator). De wooferconus doet ook bij frequenties lager dan 20Hz nog uitstekend zijn best (uiteraard quasi onhoorbaar), de soepele ophanging van de conus komt tot zijn recht tot 25 Hz. Het conusoppervlak is echter onvoldoende groot om de vereiste geluidsdruk te genereren bij de laagst hoorbare frequenties. De 12 incher, 1256W8 van de '499' kan dat wel. Deze bijna subsonische trillingen hebben een minder hoorbaar maar wel een duidelijk voelbaar effect... geluidsbeleving verloopt niet geheel via auditieve maar deels ook langs sensitieve impulsen...

De 22RH497 heeft een prima kwaliteit die zich na tientallen dienstjaren onverminderd blijft bewijzen.

De "497" is geconstrueerd als "drukkast". Met hars tussen de naden en met een verzorgde dubbele naadverbinding tussen de onder-, boven-, zijkanten en de rugzijde wordt de luchtdichtheid gegarandeerd.
De wat te dunne wanden kunnen enkel met extra isolatie verbeterd worden. Er is onvoldoende plaats om de wanden te "verdikken" met b.v. MDF omdat de plaatsing van de luidsprekerunits en het cross-overfilter in de kasten dit niet toelaten. Er is simpelweg onvoldoende plaats. Om de dikte van de wanden te wijzigen moet er een ingrijpende interieurherschikking gebeuren. Dit zou de typische eigenschappen van de "497" ongetwijfeld benadelen.

In 't kort: goede hifi- speakers... warme, diepe en toch een gedetailleerde weergave met een goed muzikaal vermogen inclusief het typische Philips presence-effect. Ongeschikt voor extra luide muzikale uitspattingen. Daarvoor biedt de latere '427' dé oplossing!

Een set  '497's lust een  2 x 40 Watt versterker om zich 100% te kunnen engageren.

                               Als background van deze tekst bemerk je een uitgebouwde                             woofer AD1055/W8 met zijn degelijkee 'alnico'-magneet.

Bij een '497'-aanschaf opletten voor: - afgebroken vijzen (3 stuks) van de woofermagneet is                                                                         een  geregeld  voorkomend probleem. Philips koos destijds  een niet-magnetiseerbare maar                                                                                               een breekbare  metaallegering voor deze schroeven.  

                                                                  - moeilijk te openen kasten door versteende                                                                                          harspakkingen in de naadverbindingen van de                                                                                    achterwand.

                                                                    (Lees in dit verband ook het renovatieverslag van                                                                              Manu Novanta dat je vindt in de 'BIBLIOTHEEK >> in                                                                          de  map  LUIDSPREKERS!)